Liedverbranding

            De Vrouwenraad heeft gescoord met een eenvoudig modern stramien: grote morele verontwaardiging, dreiging met een rechtszaak, polemiekjes links en rechts, bestuurlijke hardnekkigheid van het voetbalmanagement,   druk van de commerciële sponsoren, clubs en politiek,  … : resultaat!

De vraag is: welk resultaat? Wellicht de grootste gratis reclamecampagne voor de liedjes van de heer Damso. Bij de keuze van Damso in november bleef het  stil, nu leek Vrouwendag  het juiste ogenblik voor een nieuw initiatief, nadat de Voetbalbond eerder de Auch-award van de Vrouwenraad zo stuntelig weigerde.

Had de Vrouwenraad een juridische vordering tegen de Voetbalbond? Dat is bijzonder twijfelachtig, zeker wanneer het nieuwe fanlied zo teder, innemend, inclusief en warmhartig zou geweest zijn als nog even werd gesuggereeerd. Dat lied wordt de volgende “hit” van de man, zoveel staat vast.

Wat de Voetbalbond werd aangewreven is de keuze van een rapper die zich eerder denigrerend, ongepast, grof, onfatsoenlijk, schaamteloos, vernederend, enz. had uitgelaten in zijn liedjes over vrouwen die hij aanmerkte als teven die zich voornamelijk onderdanig en desnoods met geweld moesten lenen voor  sexuele escapades. De selectie van een zanger met zulk repertoire werd gehekeld: vele teksten staan vol van afkeer, beledigingen en verbaal geweld tegenover vrouwen, en getuigen van haat en geweld. Nobele overwegingen betreffende oudere liedjes van de grofbebekte knaap, maar een rechtsvordering tegen de Voetbalbond?

Het staat vrijwel vast dat daar geen enkele rechtsgrond voor was. Uitingsvrijheid houdt zelfs het recht in om grove, onfatsoenlijke, storende, schokkerende en beledigende opinies te uiten, de kern is juist dat we zoveel mogelijk opinies en standpunten willen, zodat we daarop kunnen antwoorden om ze te weerleggen. Dat de Vrouwenraad, die het moet hebben van campagnes en uitingen, dreigde met een rechtszaak was niet zo’n slimme zet…

Foute opinies bestrijdt men met betere opinies, niet met rechtsvorderingen en verboden. Daar hebben de dames van de Vrouwenraad zichzelf op een merkwaardige wijze te kijk gezet: stof om eens over na te denken. Emotie is één zaak, als maatschappelijke beweging over zaken nadenken en een publiek debat voeden is een andere.

Er wringt nog wel meer. Moeten we van iedereen in de toekomst altijd totale retro-actieve zuiverheid vergen? Moet ieder die zich eens grof, scabreus of op stuitende wijze heeft uitgelaten, voor eeuwig het zwijgen worden opgelegd? Dat is het nieuwe ressentiment, de uitvergrote morele verontwaardiging die mikt op de persoon, en diens standrechtelijke executie nastreeft.

Het nobel ethisch doel dat men wil realiseren, legitimeert dan alles, als men de “dader van vroeger” maar de grond in kan boren. Daarmee mist men de kans op de activering van diens betere ik, gebruikt men eigen verbaal geweld, ook zonder nuance of ruimte voor tegenspraak: de slogans volstaan, en het beoogd resultaat is direct.

In werkelijkheid speelde er geen enkele kwestie van uitingsvrijheid. Nooit is Damso de mond gesnoerd, zijn liedjes zijn nu ook in Vlaanderen  bekend, en sommige tekstfragmenten zelfs letterlijk. Hij kan zijn repertoire nog overal gaan opvoeren, zonder enige beperking, en zijn naambekendheid reikt plots tot de pagina’s van Amerikaanse kranten.

Jammer van het quasi-juridisch opstel dat Frank Depoorter, hoofdredacteur van Het Laatste Nieuws (8 maart) als editoriaal afdrukte. Een merkwaardig overzicht van echte en vermeende censuurkwesties. Maar hier was van enige censuur werkelijk geen sprake. Het ging enkel om retroactief ressentiment tegen een persoon, ongeacht welk lied hij in de volgende weken zou presenteren.

De kern van de kwestie was een ongelukkige  keuze van de Voetbalbond om zijn imago rond de WK-participatie van de Rode Duivels te verzilveren.  Met een track record van bevordering van fair-play, van acties tegen racisme of andere maatschappelijk verantwoorde items, was er veel ruimte voor een betere keuze. Zeker ook omdat de Voetbalbond wellicht, met de jeugdbewegingen, de grootste jongerenwerking van het land organiseert, met een inclusiviteit van personen met buitenlandse achtergrond die we in andere segmenten van de samenleving nog vrijwel nergens aantreffen.

Dat noopt bij alle beslissingen tot luciditeit en leiderschap, en dat ontbrak. Zelfs toen de eerste signalen kwamen, verviel men in bestuurlijke hardnekkigheid – zelden een passende reflex. De eigenaardigheid is dat de commerciële sponsoren van de Voetbalbond opstonden: zij wensten hun merken niet bij dergelijke polemiek betrokken te zien. En meteen was de zaak in de kortste tijd beklonken.

Dat spoort met de rol die commerciële bedrijven historisch al wel langer spelen. Ze lagen mee aan de grondslag van de eerste grote golf van ethiek in de journalistiek bij het begin van de twintigste eeuw in de Verenigde Staten, toen ze dreigden hun reclamecampagnes uit de schandaalkranten terug te trekken.

Het zijn vandaag, opnieuw, de grote adverteerders die zich beginnen te keren tegen Google en Facebook omdat ze te weinig optreden tegen scabreuze inhoud op hun platforms, en daarvoor de verantwoordelijkheid willen blijven ontlopen. Unilever dreigde er op 12 februari mee om al zijn budgetten terug te trekken als hun waardevolle merken nog langer bij dubieuze ongecontroleerde inhoud op de techplatformen zouden staan.

En Proximus, ABInbev en hun collega’s trokken nu de kar om de Voetbalbond tot een betere keuze te brengen. Weliswaar ook niet in november en niet zonder publieke commotie, maar het is hun interventie die ook hier nodig was om de voetbalmanagement uit zijn bizar maatschappelijk isolement te halen.

 

ook gepubliceerd op www.vrt.be/vrtnws

 

 

 

 

Leo Neels