Graag goede journalistiek aub!

Journalistiek geniet terecht van bijzonder grote vrijheid in een democratische rechtsstaat, en die uit zich, onder meer, in een groot publiek vertrouwen in zelfregulering en professionaliteit. Dat legt de lat hoog voor goede journalistiek, en de indruk ontstaat soms dat daar wat achteloos mee wordt omgegaan. Gelet op de vitale rol van goede journalistiek in een democratie, de fameuze “public watchdog”-functie, moeten redacties professioneel en  verantwoordelijk omgaan met hun ruime vrijheid. Journalistiek die terecht oproept om te stoppen met slechte politiek, moet kunnen stoppen met slechte journalistiek.

De journalistieke deontologische code voor journalisten houdt een fair play-regel in, die loyauteit en discretie oplegt ten aanzien van personen in een maatschappelijk kwetsbare situatie, zoals minderjarigen,  of slachtoffers van criminaliteit. Toch presteert Het Laatste Nieuws het, bij drie recente gezinsdrama’s waarin een man zijn partner of gezin (en zichzelf) van het leven berooft, om hierbij zomaar familiefoto’s en familieverhalen te publiceren. Er was een tijd dat men dergelijke werkwijzen met misprijzen overliet aan wat neerbuigend ‘de gespecialiseerde pers’ werd genoemd, waarmee in werkelijkheid Dag Allemaal werd bedoeld in de tijden van hoge oplagen.

Dat gaf destijds aanleiding tot aanscherping van deontologische regels, maar vandaag sijpelen zulke inbreuken op de privacy binnen in de gewone journalistiek, die dreigt te  dag-allemaliseren. We zijn geneigd daar licht over te stappen, in tijden van formidabele achteloosheid rond fundamentele beginselen en rechten, maar dat kunnen we ons in een rechtsstaat niet permitteren. De toepassing van deontologische beginselen, en van goede beginselen van nieuwsgaring en –behandeling moet strakker.

PR IS GEEN JOURNALISTIEK

Er zijn meerdere voorbeelden van. Het gemak waarmee een verkeersminister of een verantwoordelijke van een kleine zelfstandigenorganisatie tijdens de weekenden in journaals kunnen opdraven met totaal onbelangrijke “nieuwsfeiten”, zegt meer over hun public relations dan over journalistieke ijver. Een geschilderde verkeerspaal, of een onnozele statistiek over kleinhandel zijn niet altijd nieuws, ook niet bij weekeinde- of vakantiebezettingen van redacties.

WETENSCHAPPELIJKE EVIDENTIE IS GEEN VRIJBLIJVENDE MENING

Redacties mogen dus kritischer zijn in de journalistieke analyse. Nog deze week kwam de osteopathiekwestie aan bod in een radio-uitzending, naar aanleiding van een principiële veroordeling van een osteopaat. De redactrice belde met een persoon die pleitte voor de snelle erkenning van osteopathie door de Minister van Volksgezondheid, dat vergt slechts een kwartiertje tijd, zo voerde hij aan. Einde van het item.

Klaarblijkelijk weet een redactie vandaag niet dat de wettige uitoefening van de geneeskunde bij ons beperkt is tot de geneeskunde die op wetenschappelijke evidentie berust, en dat dat ook geldt voor de terugbetaling? Weet men niet dat de wetenschappelijke evidentie voor die zgn. alternatieve geneeswijzen erg beperkt is? Al in  2011 publiceerde het KCE daar een omvangrijke studie over (
https://kce.fgov.be/sites/default/files/atoms/files/kce_148a_osteopatie_en_chiropraxie_in_belgië_0.pdf), die ook goed de paradox belichtte tussen de populariteit van alternatieve praktijken en de afwezigheid van overtuigende evidentie.

Niet in alle journalistieke middens is blijkbaar bekend dat recent nog pogingen werden ondernomen om die alternatieve geneeswijzen toch open te stellen voor terugbetaling, en dat de medische faculteiten weigerden daaraan mee te werken. In de maand van het overlijden van prof Willem Betz, onvolprezen oprichten van SKEPP (www.skepp.be), die de alternatieve behandelingen systematisch als kwakzalverij aanmerkte, moeten we dus vaststellen dat er ruimte is voor verbetering.

Journalistiek moet de kern van de zaken vatten, met gevalideerde informatie. Goede journalistiek reikt ook context aan, omstandigheden en kennis over de aangelegenheid die in het nieuws is. Als men daar niet toe in staat is, is het item niet af en hoort het niet op de agenda. Er is écht te veel praatshow-gemakzucht en te weinig redactionele ambitie en fierheid.

RECLAME IS GEEN JOURNALISTIEK

Niet zo lang geleden voerden nieuwsmedia  een dame op met het fantastisch verhaal dat ze  Boeing had gedagvaard, omdat haar ex was omgekomen bij de vliegramp in Ethiopië, een Nederlands-Rwandese uit Brussel. Ze figureerde aanvang april in Het Laatste Nieuws, De Afspraak en op Nieuwsuur (NPO2). De werkelijkheid is allicht dat het eerder ging om een initiatief van Amerikaanse advocatenfirma’s die hier klanten ronselden, zoals Kreindler & Kreindler, of nog, Podhurst Orseck. Anders dan Belgische advocaten, mag dat in de USA. Ze werken op een “no cure no pay”-basis: de klant betaalt niets, maar bekomt 20 tot 30% van de uitgekeerde vergoeding bij goede afloop.

Die kantoren stellen zelf de bewijslast samen voor procedures voor Amerikaanse rechtbanken, die in de regel met jury-rechtspraak werken. Het gaat altijd om schadezaken tegen “deep pockets”: bedrijven met véél geld. Veel van die cases rusten op de zgn. “nuisance value”, de enorme aandacht en investering die grote bedrijven die ermee bestookt worden eraan moeten besteden. Ze kopen die dan af met een “settlement”. Dat is mogelijk omdat de Amerikaanse rechtspraak zgn. bestraffende schadevergoedingen toekent, enorme bedragen voor de beweerde slachtoffers die buitenproportioneel het zgn. “leed en smarten” moeten vergoeden, de immateriële schade.

De publicitaire waarde van die misplaatste redactionele aandacht is enorm, maar de nieuwswaarde ervan is qausi-onbestaande. Toch trappen diverse redacties daar argeloos in. Nieuwsselectie kan dus scherper.

DE ANTIVACCINATIELOBBY IS GEEN WETENSCHAP

Ook recent werd weer veel aandacht besteed aan het belang van vaccinatie, dat niet kan overschat worden. De vaststaande wetenschappelijk evidentie is het nut en de voordelen van grootschalige vaccinatie; toch groeit en bloeit er een opinie-industrie tégen vaccinatie, die vertrok van pure wetenschapsvervalsing. Sedertdien krijgt de anti-vaccinatiestem in media ruime aandacht. Alsof een jarenlang opgebouwde, vaststaande en beproefde wetenschappelijke overtuiging, die rust op gecontroleerd wetenschappelijk bewijs, op gelijke voet kan worden gesteld met een willekeurig idee van iemand die caféretoriek verkoopt. Het komt nog altijd voor dat journalisten in die valkuil trappen, de hoofdredacteur van het VTM-journaal heeft er zich recent uitgebreid voor verontschuldigd, maar ik hoorde en las links en rechts nog vaak de stem van vaccinatietwijfelaars – hoewel het om onzin gaat.  Hier wordt al jarenlang tegen gemiliteerd door een arts, die toen wetenschapsredacteur was van The Guardian, Ben Goldacre. Is dit nu nog niet doorgedrongen in journalistieke middens, zodat zulke fouten niét meer gemaakt worden? Waar is de kritische journalistiek?

IS ER EEN UNIEKE KLIMAATWAARHEID ?

Geldt hetzelfde ook voor de klimaatzaak? Daar lijkt er maar één waarheid te zijn, deze van het UNO-Intergovernmental Panel on Climate Change. In mijn begrip is de wetenschappelijke consensus over de oorzaken van klimaatveranderingen, de draagwijdte en de beste aanpak nog beperkt. Er is wel wetenschappelijke consensus over de invloed van menselijk handelen, maar voor het overige lijkt er nog weinig échte wetenschappelijke consensus.

Toch komt in gevestigde media bijna uitsluitend de unieke waarheid van dat UNO-panel aan bod, en moet wetenschappelijke tegenspraak het doen met weinig of geen journalistieke aandacht… tenzij voor de klimaatjongeren en hun roep naar directe en simpele oplossingen, die er niet zijn.

NIEMAND GELOOFT NOG DE FEITEN

“Niemand gelooft nog de feiten. Dat is ook de schuld van de pers.” Zo ziet Alan Rusbridger het (DS Weekblad,1 juni), een (gewezen) journalist in hart en nieren, Voorzitter van het Reuters Institute for Journalism in Oxford, en 20 jaar lang hoofdredacteur van The Guardian. Hij combineerde er de creatie van gigantische financiële verliezen met een spectaculaire groei van het bereik. De gratis toegankelijke webstek van The Guardian is daardoor nog altijd een zegen voor de internationale publieke opinie. Zijn boek Breaking News getuigt van zijn journalistieke queeste, en het is geenszins verwonderlijk dat hij een grote verantwoordelijkheid voor de neergang van het vertrouwen in de pers plaatst bij de mediabedrijven en hun redacties.

Leo Neels

Media- en Communicatierecht

21 juni 2019

Leo Neels