Er is al veel inkt gevloeid over de dood van Sanda Dia bij zijn zgn. studentendoop bij de studentenclub Reuzegom in december 2018. Vooral ook recent, bij de bekendmaking van de essentiële feiten van de wedersamenstelling tijdens het gerechtelijk onderzoek. De zaak is verzonden naar de Raadkamer die op 4 september moet oordelen over verwijzing naar de strafrechter van een hele reeks leden van Reuzegom, op betichting van “opzettelijke toediening van schadelijke stoffen, onopzettelijke doding en onterende behandelingen.” Sommige academici richtten hun scherpe pijlen op de KULeuven en Rector Luc Sels, omdat de universiteit in een tuchtprocedure te slap zou hebben gereageerd.
Rector Sels heeft in een Open Brief omstandig, helder en sereen zijn standpunt weergegeven (DS 30 juli) op het verwijt van laksheid bij de tuchtrechtelijke beoordeling door de universiteit, die moest oordelen op basis van schaarse beschikbare feiten. Hij verdedigt de universiteit in deze moeilijke omstandigheden met geheven hoofd. Voor wie goed leest met veel nuance, aangegrepen door de volstrekte verwerpelijkheid van de feiten zoals we die nu kennen, en zich bewust van de verregaande normloosheid van de clubleden. Maar ook van de waarden die men in moeilijke omstandigheden moet blijven verdedigen. Al de waarden, die van de zwaar getroffen familie en vrienden van Dia, die van de samenleving en van een universiteit, die van studenten in opleiding – verdacht of niet – en de rechtsstaat.
De nuance waarmee hij dat doet gaf volgens sommigen blijk van een gebrek aan empathie voor de nabestaanden. Anderen pleiten voor directe en krachtige maatregelen en honen dat de toenmalige studenten hun studie aan de Universiteit konden afmaken. Het gaat van emotionele reacties tot oproepen tot onmiddellijke zware tuchtrechtelijke sancties.
In emotionele rechszaken, zeker die over leven en dood is dit de moderne wetmatigheid. Saillante details krijgen zeer veel persaandacht, profiling van academici of “de elite” gaat door als argument, standrechtelijke executie wordt de norm. Social media zijn in deze sfeer gemakkelijk de galgenvelden van de 21steeeuw, ook sommige media met een professionele redactie maken ruimte voor quasi-oproepen tot standrechtelijke executie.
Het was in die atmosfeer nodig en moedig dat Rector Luc Sels zijn standpunt omstandig uiteenzette, met duiding van de zeer diverse samenhangende elementen en een tijdslijn. Die noopte de Universiteit in dit tragisch en stuitend geval om tuchtrechtelijk op te treden zonder dat tuchtoverheden onderzoeksbevoegdheden hebben en lang voordat het gerechtelijk onderzoek was afgerond. Terecht riep hij op om een proces in de media (“trial by media”) te voorkomen. Dat wordt immers al volop gevoerd.
Sommige commentatoren zien daarin dan weer een oproep rond het slachtofferschap van de beklaagde studenten die zich in rechte zullen moeten verantwoorden (DM 11 aug.), zelfs met een bizarre analogie naar de na-oorlogse repressie-processen; begrijpe wie kan! Ze hadden ook kunnen overwegen dat de oproep dat de rechterlijke macht de zaak in sereniteit ten gronde kan beoordelen, veel belangrijker is in een rechtsstaat dan wat commentatoren van allerlei slag, die meestal geen enkele kennis hebben van welk dossier de Universiteit destijds tuchtrechtelijk kon beoordelen, noch van het dossier van het gerechtelijk onderzoek, daar nu emotioneel van vinden.
Ingezonden aan De Morgen, niet gepubliceerd.