Crossmediale Journalistiek

De Persgroep is geen private bevallingskliniek en Corelio is geen nieuwe broccolivariant; beide zijn gevestigde Vlaamse mediagroepen die belangrijke stappen hebben gezet inzake acquisities, soms ook internationaal. Zoals Roularta en Concentra, diversifieerden ze van klassieke “printmedia” naar de audio- visuele sector; allen experimenteren ze verregaand en met inzet van veel financiële middelen in internet- applicaties. Met de VRT, de Vlaamse Sanomatak en enkele andere spelers completeren ze een breed multimediaal aanbod.

De hele ontwikkeling heeft geleid tot een fauna en flora van copywriters, scenaristen, produktiehuizen, en dienstverleners, tot en met belangwekkende groepen zoals Woestijnvis, Sportpaleis, Alfacam, Eyeworks, Studio100, en anderen, die hun eigen cycli van diversificatie en internationalisering begonnen zijn. Sedert de jaren ’80 is er een ongewone dynamiek in de Vlaamse mediabedrijven, en de start van VTM in 1989 heeft, na de goedkeuring van het kabeldecreet in 1987, een belangrijk momentum gecreëerd. In- en outsourcing naar kleine gespecialiseerde spelers gaan hand in hand met de ontwikkeling van grotere conglomeraten.

Zulke perioden van grote dynamiek zijn niet voor de hand liggend. Ze vragen dames en heren met visie, durf en ondernemingstalent, en het goede momentum. Soms om zaken te doen, soms om ze niet te doen. De 9 uitgevers van Vlaamse dag- en weekbladen die VTM zouden oprichten kwamen niet altijd samen op grond van een grote gedeelde visie, sommige kwamen de groep vergroten, andere waren er zonder veel overtuiging bij, en de zeldzame trekkers trokken maar. Ze konden noch de toenmalige De Morgen noch De Standaard/Het Nieuwsblad overtuigen – maar voor het overige was de dag- en weekbladenmarkt goed vertegenwoordigd – ook als de werkelijke eigenaars Nederlandse of Franse groepen waren.

Kapitaal was er toen niet zo veel nodig, met een wettelijk monopolie zou men het wel redden en dat is ook wel juist gebleken – ook al werd dat veel sneller dan verwacht doorbroken. Elke groep volstortte toen minder dan 150.000 € om te participeren, de rest kon worden geleend. Er is enorme aandeelhouderswaarde gecreëerd, voor een volstrekt marginale inzet aan risicokapitaal. De stroomlijning van het aandeelhouderschap naar twee mediagroepen heeft die groepen wél veel overnamegeld gekost, en de verkopende groepen onverdiend grote verkoopsommen opgebracht.

Corelio, Woestijnvis en Sanoma hebben nu fors in de buidel getast om televisierelevantie te verwerven; dat RTL in Vlaanderen en Persgroep in Nederland afhaakten is veelzeggend, omdat beide ook goed geleide en durvende media-ondernemers zijn. Het is ambitieus om het nu geïnvesteerde geld terug te verdienen in een markt waarin het kanalenaanbod zeker vrij groot is in vergelijking met de reclamebestedingen; misschien is het geld ook deels besteed om te voorkomen dat anderen de posities zouden verwerven die men ermee kocht. Het idee is “cross-medialiteit” te genereren – het buzzword van het ogenblik: kostenoptimalisatie en interne promotie door synergie tussen de bladen en de tv-zenders. Is daar zoveel geld mee te recupereren? Dat zal moeten blijken.

Op één vlak werkt cross-medialiteit niet: de redacties van de zenders moeten onafhankelijk zijn. Eigenaardig genoeg zijn regels inzake redactionele onafhankelijkheid en journalistieke deontologie destijds eerst opgelegd aan de private spelers – misschien omdat onder het oude staatsmonopolie werd aangenomen dat de openbare omroep op vanzelfsprekende wijze zulke normen zou hanteren; vandaag gelden ze voor iedereen.

Vlaanderen bulkt van talent. De creatie van het Woestijnvis-conglomeraat kan weer zo’n momentum van grote audio-visuele inventiviteit en dynamiek worden, zoals de start van VTM er een was, en later de reanimatie van de VRT. Als je dat in alle sectoren elke 15 jaar zou krijgen, en als de Vlaamse (en Europese) regelgevers nu eens – ik zeg wat – 70% van hun regelneverij zouden loslaten, en 30% sterke mediaprincipes zouden invoeren, dan krijg je weer media in actie, met een lange staart van dienstverlenende KMO’s waarin we zo uitblinken. Dan zijn de door de nieuwe groep besteedde centen minstens sectorieel en maatschappelijk goed besteed.

Dit artikel verscheen op knack op 26 april 2011
Leo NEELS
Mediarecht ULeuven en UAntwerpen

matuvu