Torenjournalistiek

Scripta manent: het geschreven woord blijft. Het staat geboekt, laat sporen na. Beelden beklijven, meer nog dan woorden. De concertgangers op Pukkelpop na het onweer, Chokri Mahassine, Hilde Claes: drama, sterke beelden, ontroerende menselijkheid. Ook een andere Vlaamse burgemeester werd geconfronteerd met de kracht van beelden. Die tonen mevrouw in volle copulatie in openlucht, boven op een toeristische toren in warme zuidelijke oorden. Na vier jaar (!) bereikten de beelden, nu met naam en toenaam, Vlaanderen, zowel via you tube als op voorpagina’s. Hoort dat nu (voorpagina-)nieuws te zijn? Helaas, … onvermijdelijk wel. Een persoon met een publiek ambt die op een openbare plaats de liefde bedrijft heeft nieuwswaarde. Het verweer van mevrouw, dat dit behoort tot haar privé-leven, is onzin. Haar ander verweer, dat dit “iedereen kan overkomen”, heeft stand up-comedian-waarde.

Juridisch kan hier sprake zijn van een misdrijf, aldus Prof. Strafrecht Vermeulen, UGent – al was er geen bloot te zien, en al is de scène van een meelijwekkende saaiheid. In NRC Handelsblad steekt Youp Van ’t Hek de draak met de tragische futloosheid van de beelden (NRC Handelsblad, 27.8.2011). Een burgemeester die publiek een misdrijf begaat: het heeft nieuwswaarde – ook als het gaat om een zedendelict.

Daar gaan media vandaag besmuikt mee om. Weinig reactie of opiniëring: collectieve angst voor het preutsheidsverwijt? Als verweer voerde mevrouw – behalve burgervader ook moeder van kinderen – nog aan dat “het geen toeval kan zijn” dat “net nu” de opname in Vlaanderen en met naam en toenaam van de acteurs wordt opgemerkt: de suggestie van antipolitiek of politieke spelletjes is niet ver weg. Zulk loosheidsargument is nu handig geïntegreerd in het politiek discours. Staat een en ander symbool voor journalistieke en maatschappelijke stuurloosheid? We weten het niet meer. Einde verhaal. Stilte op de website van mevrouw. Ongewone stilte in de media, toch zelden gehinderd door schaamte. Volgende aflevering: karnavalnummer.

Net nu pakken ook kranten extra uit met het belang van beeldjournalistiek. De Standaard en De Morgen investeren méér in hun weekendkrant, met nieuwe magazines, nu benoemd als écht weekblad. Met “journalistiek die we niet optimaal op krantenpapier kunnen afdrukken” (…) en “kostbare journalistiek die in een weekblad een langer leven krijgt” – aldus de bijzonder fiere hoofdredacteurs in De Standaard van 20 augustus. Wordt hier gesuggereerd dat weekjournalistiek uit zichzelf van een ander kaliber is dan dagjournalistiek? Ze verwijzen naar Standaard Magazine – in 1993 ook ambitieus gestart, vandaag toch eerder drager voor kleurenadvertenties dan een waardevol journalistiek produkt.

Zeker wel is het een forse illustratie van het inzicht dat beelden beklijven. Dat was ook de promesse toen het schrift tot stand kwam (James GLEICK, The Information. A History, a Theory, a Flood, 2011). Schrijven vergt zowel voorbedachtheid als vaardigheid; het is geen “technologie”, niet iets dat zich ontwikkelt los van wat we denken: we denken in taal, en schrijven legt denken vast in taal, behoudt.

Ook bij het ontstaan van het schrift werd gewaarschuwd dat het schrift ons zou verarmen. Als we alles konden vastleggen, zou dit ten nadele gaan van ons geheugen. We zouden leren vertrouwen op wat geschreven staat, en niet meer de behoefte voelen om wat ons mondeling werd meegedeeld te onthouden. Een duivelse uitvinding die de toenmalige kinderen zou benadelen met schijnwijsheid en zou beroven van wijsheid. Anderen zagen een gigantische vooruitgang in de deconnectie tussen het moment van orale mededeling dat, via opschriftstelling, van waarde werd voor latere kennisname. Velen zouden kunnen lezen wat iemand ooit had gezegd. De levenden zouden toegang hebben tot de geschriften van de doden, en zich kunnen richten tot de latere generaties. Van zowat duizend woorden in de gesproken taal evolueerden we naar schrijftalen met meer dan een miljoen woorden, en we winnen er enkele honderden per jaar bij.

Sporen. Ook onverwachte, ook onwenselijke, ook ongewenste. Verarming en verrijking. Taal en beeld vermogen beide. Beslissend is de keuze van wie (m/v) het woord neemt of het beeld tot stand brengt. Maar het blijvend karakter kan meedogenloos zijn – ook iets om te overwegen vooraleer men iets vastlegt, of… laat vastleggen.

Leo NEELS
Mediarecht ULeuven en UAntwerpen 
www.knack.be

matuvu