Easy journalistiek

12 jaar na aanvang van die eeuw, kwam een uitgever tot het inzicht dat Humo, lang één van zijn titels, de 21e eeuw gemist heeft. Dààr is over nagedacht! Een “so 1900”-blad, woordspelerig dunnetjes, en zonder onderscheidend journalistiek concept. Dan maar, zoals recent bleek, in de sfeer van de privacy-boekskes gedoken, en uitgepakt met de DSK in Vlaanderen – alsof imitatie in een overvolle markt tot succes kan leiden. Oplage daalt.

Als ie Humo nog in een voorbije eeuw situeert, in welke eeuw situeert de patron van Sanoma dan zijn drukwerk Story? Dat vond het goed om, net voor diens nieuwe huwelijk, een BV openlijk te kijk te zetten met een “overspelige dochter”. Pure privézaak, geen informatie die énige relevantie heeft voor publiek of samenleving. Man, man, man, we leven in 2012, en Mitterrand – een staatshoofd, toch een publiek figuur van een ander kaliber dan een presentator – antwoordde al in .. 1994 met zijn zowel lakoniek als vernietigend “Et alors?” op een vraag van een Paris Match-redactrice naar zijn buitenechtelijke dochter. Geen nieuwswaarde, privé-zaak, punt. Het is een iconisch antwoord gebleven op zulke zaken. Toch blijven, bijna 20 jaar later, blaadjes nog steeds op jacht naar “scoops” en “primeurs” zonder enig maatschappelijk belang. Zo stalken ze, vandaag nog, de ouders, familie en scholen van de in Zwitserland verongelukte kinderen, op zoek naar stories. Zouden ze kunnen overwegen om die mensen eindelijk eens gewoon met rust te laten?

Nergens is totnogtoe gebleken dat de negatie van een minimale journalistieke standaard de verkoop verhoogt. De boekskes doen nochtans regelmatig onverhulde pogingen om het journalistieke métier te negeren, ten voordele van sensatie en platheid. De oplage stijgt er niet van. Wel trekt men er, af en toe, nog eens aandacht mee: goed voor het redactioneel en commercieel ego, doch gelukkig niet de weg waarop het publiek bereid is om te volgen.

Story schreef, in al zijn oplageverlies, nog een nieuw hoofdstukje. Pochend met gekochte exclusiviteit van “de foto’s” van een huwelijksplechtigheid van rand-BV’s, tot daar aan toe. Maar dan: op de eigen cover, het merk van je voorbeeld en concurrent Dag Allemaal drukken, met de melding dat zij “jouw” foto’s niet hebben. Klein Duimpje brulde. Onnozelheid of wanhoop? De hoofdredactie van Dag Allemaal miste een buitengewone kans om te zwijgen en pakte uit met zelfbeklag over het unfair gedrag van de concurrent… alsof de hoertjes van het Glazen Straatje zouden jammeren bij weigering van een vestigingsvergunning voor hun bijhuis in Vatikaanstad.

Inmiddels kon iedereen nog eens een rondje BV-laken meelopen, de “kwaliteitsmedia” incluis. Pedofilie van 50 jaar geleden mag en moet niet worden goedgepraat. De vraag blijft nochtans legitiem of ze dan, met naam en toenaam, thuishoort op de voorpagina’s, in de talkshows en journaals. Is de media- schandpaal voor de dader gelijk aan het eerherstel voor het slachtoffer? Er zit toch een inquisitoriaal reukje aan. Iemand die vraag gesteld hoe hier beter om te gaan met een mogelijk onvermijdelijk nieuwselementje en de rechten van àlle betrokkenen? Open vraag blijft of strafrechtelijke verjaring (die zin heeft en ook tot stand kwam door stilzitten van zwijgende slachtoffers) nog zùlke latere media- aandacht legitimeert.

Ons alerte justitie-apparaat investeerde gretig in grondig onderzoek van de lang geleden strafrechtelijk verjaarde feiten; voor actuele zaken moet je op de wachtlijst, maar dit werd grondig uitgespit. Met het voorspelbaar vervolg: de confrontatie bijna recht in de boekskes, ditmaal was Dag Allemaal sneller dan de concurrenten. Doch ook DA’s oplage kalft weg. En opiniemakers konden er hun voordeel mee doen. De beste barokschilder onder de journalisten, de onvolprezen Camps, rukte uit (DM 20 juni) met de kreet dat “tv-zenders wisten dat Capiau nooit een avond doorkwam zonder hofhouding van jongetjes.” Is de flinke hyperbool de aangewezen stijlfiguur voor een ethisch debat? Deontologie en rechtsregels gedogen forse opinies en zelfs journalistieke overdrijving. Maar ook die moet rusten op een aannemelijke feitelijke grondslag. Geruchten en roddels horen niet op voorpagina’s.

Prof dr Leo NEELS
Mediarecht KULeuven en UAntwerpen

matuvu