Zieke vrijheid van mening of vrijheid van zieke mening

Tweeëntwintig voetballers hebben de kans gemist om het voetbalplein te verlaten. Een scheidsrechter  miste de kans om het begin van de wedstrijd uit te stellen. Een clubvoorzitter miste de kans om de wedstrijd te verdagen. Dertigduizend supporters misten de kans om de rug naar het vod te keren.

Trieste balans van schande. Niets te maken met vrijheid van meningsuiting, alles met gebrek aan ethiek. Als de verantwoordelijken falen, zegevieren de onverantwoordelijken.

Het ging niet om een zaak van algemeen maatschappelijk belang, maar om de doodgewoonste zaak in voetbal, een getransfereerd speler. Het ging niet om de uiting van een mening, maar om een weerzinwekkende analogie, een verheerlijking van of aanzet tot extreem geweld.

We hebben daar geen regels voor, aldus de Voetbalbond. Zo ver zijn we: regels, regels, regels. Zwak antwoord wanneer een minimale ethische reflex faalt.

Misten media niet de kans om dit beeld niet over te nemen? Moeten ze, steeds weer, weerzinwekkende beelden afdrukken, uitzenden en herhalen? Het is een moeilijk debat. Helaas  behoren zulke beelden tot de feiten van de wereld en zijn ze nieuws. Misschien zelfs steeds meer. Kan je dan verslag uitbrengen van wat in de wereld gebeurt, als je het beeld onthoudt? Ben je dan, door onthouding, een censor of een ethische held? Het is een debat dat gevoerd kan worden.

Dat is het debat in het kader van de onmiddellijke verslaggeving. Iedereen kende inmiddels het beeld al wel. Moet het dan, op tv nog op maandagavond en op websites, nog eens herhaald worden? De legitimatie van eerste uitzending, als die al geldig zou zijn, is daar al afwezig. Gebrek aan ethische moed?

Vrijheid van zieke mening is onverenigbaar met waarden. Vrijheid van zieke mening bestaat niet, net zomin als ‘het recht om te beledigen’ waarover – letterlijk – werd geschreven na de moordaanslag bij Charlie Hebdo. Zieke vrijheid van mening hoeft ook niet te bestaan. Rechtsregels moeten ons dan beschermen tegen de ergste uitspattingen, en formuleren het ethisch minimum, maar een gezonde ethische reflex moet voorkomen dat we te veel rechtsregels daarover nodig hebben.

Of is zieke vrijheid van mening een teken van een zieke samen-leving, waarin de vrijheid om van mening te verschillen ons niet meer verenigt, doch scheidt, onderscheidt en tegen elkaar het zwaard doet opnemen? Dat is niet de zege, doch het failliet van vrijheid. Dat lijkt wel eens een debat waard van iets meer dan drie minuten of twee kolommen.

www.knack.be
26 januari 2015

Leo Neels