Media kleuren

Vorige maandag nam een praatgast bij De Afspraak (VRT, één, 26 06) meteen na zijn intro het initiatief van Bart Schols over: “Ik wil toch meteen met de deur in huis vallen want de intro die u mij gaf was oneerlijk en flauw. Ik hoop niet dat de kijkers nu meteen het verkeerde beeld krijgen. Zo zegt u ‘Thierry Baudet vindt ook dat vrouwen minder ambitie hebben’, dat is niet waar, dat heb ik ook nooit gezegd. Waar het over ging was topposities in het bedrijfsleven. Wat ik toen heb gezegd is dat je ziet dat heel veel vrouwen er voor kiezen om part-time te gaan werken. Of ze dat wel of niet moeten doen, daar heb ik helemaal niets over gezegd.” Bart Schols, altijd honkvast in het format van zijn programma, geraakte er even van van zijn melk, maar Baudet ging rustig verder: “Ik vind het dus framing en kwalijk. Dat is iets waar we het met Forum voor Democratie vaak over hebben. Dat de media hun rol niet goed spelen. Jullie moeten neutraal iemand introduceren en niet meteen een kleur geven aan het gesprek.”

 Thierry Baudet is één van de verkozen spraakwaters van het Nederlands Forum voor Democratie, één van de aanstokers van het onnozel Oekraïne-referendum ook. En het Forum probeert fors anti-establishment te zijn vanuit de rechterhoek, flink tegen immigratie, met vermijding van  ranzige  racistische randjes. Fatsoenlijker verpakt populisme, fors gebekt, goed verwoord. Oneliners, maar zelf wel gepromoveerd in de rechtsfilosofie,  auteur van negen boeken, en een bevlogen spreker die ook lang het woord durft te nemen, flink het debat aangaat en zich dus niet zo gauw laat wegdrummen.

Ook niet door Bart Schols, dus, die direct door Baudet werd geïnterpelleerd.  Met zijn media-ervaring zette Baudet er fors de beuk in.

Framing is de manier waarop iedereen kijkt naar de dingen, ze registreert en ermee omgaat: we hebben allen zo’n primair kader waarmee we de zaken die we observeren betekenis geven. Het inzicht ontstond in de jaren ’70 en werd voor het eerst verwoord door Erving Goffman (Frame Analysis. An essay on the Organisation of Experience, 1974). Jonathan Haidt schreef er recent een schitterend boek over – The Righteous Mind – met als ondertitel: Waarom goede mensen toch verdeeld zijn door religie en politiek (2012). Intuïtief oordelen we eerst, en pas dan gaan we analyseren.

Meteen zie je dat frames ook anders kunnen worden gebruikt, en zo werd het een sleutelbegrip in de communicatie, en beïnvloedt het vandaag media en politiek. Het werd een overtuigingstechniek, om op een impliciete wijze voor- of afkeur te laten blijken.

En dat is wat Schols trachtte te doen – Baudet wegzetten als iemand die geen al te hoge dunk zou hebben van ambities van vrouwen. Het is niet uniek dat dit gebeurt, het gebeurt voortdurend, zeker in politiek en journalistiek. Het opvallende is dat Baudet meteen het woord nam en dit rechtzette. Dat kwam niet onverwacht, want het Forum voor Democratie heeft natuurlijk ook een voorspelbaar media-hoofdstuk in zijn partijprogramma: fors voor vrije meningsuiting, hard tégen de openbare omroep, en op de barricaden voor de “juiste” meningen. Van die obediëntie gaan er dertien in een dozijn.

Uit het incidentje zijn drie lessen te trekken. Voor de gasten van talkshows: het is te hopen dat zij het genoegen om uitgenodigd te zijn overstijgen en reageren op de journalistieke trukendoos. En voor de presentatoren van talkshows: zij zouden hun voordeel kunnen doen met de vuistregel van Baruch Spinoza in zijn Tractatus Politicus (1676): ‘Ik heb ernaar gestreefd om niet te lachen met wat mensen doen, er niet mee te wenen, noch ze erom te haten, maar ze te begrijpen.’

 

 

Leo Neels