Een perfecte Mediastorm, afl. 2

Het oude businessmodel van journalistiek is gebroken (zie; Mediabedrijven verkeren in een langdurige storm, www.vrt.be/nws 25 08°; Dat bemoeilijkt de rendabiliteit van de echte mediabedrijven met professionele redacties,   nu de globale technologieplatformen zoals Google en Facebook alle parameters beheersen, de regels bepalen, de geldstromen verleggen en met een formidabele technologische machtspositie journalistieke producten kannibaliseren. Dan heb je niets meer aan mediadecreetje meer of minder. Wat doet dat met de samenleving, en de volgende vraag is dan: wat doet dat met journalistiek? Dreiging of opportuniteit.

Communicatiestrategieën hebben een duidelijke invloed op de samenleving, dat staat buiten kijf. Vaak staat men dan stil bij twee dystopiën over de toekomst van communicatie en democratie.

BIG BROTHER

Ongetwijfeld is de meest gekende Big Brother die werd opgevoerd in 1984, het boek dat George Orwell in 1949 publiceerde. Zijn inzicht was dat we zouden evolueren naar autoritaire en repressieve regimes die expressievrijheid  onderdrukken. Met Hitler nog vers in het geheugen,  Stalin nog aan de macht en Mao in de startblokken was dat geen vergezocht vooruitzicht. Vaak is de dystopie weggelachen, omdat we in zo’n vrije contreien leven. Maar in de meerderheid van landen in de wereld werd Orwell’s visie werkelijkheid. Volgens Reporters without Borders leeft 86 % van de wereldbevolking in een land zonder redelijk vrije media en met een repressief beleid inzake uitingen. Wij zijn bij de overige 14% en beseffen dat nauwelijks, we denken snel dat het elders gaat zoals bij ons. Dat is geenszins het geval. Bij ons is zeer ruime expressievrijheid gebruikelijk en vrijwel onbetwist, en we kennen heel vrije media en journalistiek. Al snel nemen we aan dat dat vanzelfsprekend is, en vergeten we hoe zeldzaam die toestand is.

VERLEIDING

Al in 1932 hield Aldous Huxley in zijn Brave New World een andere dystopie voor.   Repressie zou niet nodig zijn. Mensen, aldus Huxley, zouden zich makkelijk laten verleiden door technologische snufjes, en bijgevolg zouden overheden ze onder controle kunnen houden met afleiding en ontspanning, plezier en pret.  Oei, dat klinkt herkenbaar, met de triomf van internet, smartphones e tutti quanti. Hebben we niet allen onze smartphone op zak, raadplegen we niet voortdurend onze schermpjes, moeten we niet van overal vermeende wetenswaardigheden posten, en krijgen we geen massa alerts of breaking news, vrijwel 24 uur per dag en 7 dagen per week? Zie je niet schaamteloos mensen naar schermpjes turen tijdens uiteenzettingen, gesprekken of lunches? En zijn we ongevoelig voor  de  irrelevantie die daarbij over ons wordt verspreid?

DE GOEDE KANT VAN DIGITALISERING

Maar laten we eerst ook de voordelen van veel digitalisering en van de grote platformen noemen. Informatie is nu makkelijker te verspreiden of op te zoeken. Denk aan Wikipedia, Google Maps, of de browsers van het internet, de eindeloze mogelijkheden van sociale media. Moeiteloze en directe toegang tot informatie op het ogenblik dat je ze nodig hebt, altijd beschikbaar, makkelijk raadpleegbaar en ogenschijnlijk gratis. We moeten dit comfort niet ontkennen, ieder doet er zijn voordeel mee. De pakkende beschrijving van de kenmerken benoemen transparantie en ontbundeling, de directe toegang naar de bron van alles en het gemak waarmee we vroegere poortwachters of hinderpalen vermijden, de directe participatie van burgers of consumenten – reviews ! – en dat alles is altijd mogelijk, 24/7 zoals dat heet. Niet min – een paradigmaschift heet dat – en er zijn vele voordelen aan verbonden.

TOCH EEN DERDE DYSTOPIE

Langzaam beginnen we ook nadelen te ervaren: onze nieuwe werkelijkheid – die  grotendeels de verwerkelijking van de dystopie van Huxley lijkt – leidt tot  een derde dystopisch vooruitzicht. We zijn er lang ongevoelig voor geweest, maar met de  opmars van de globale technologieplatformen zijn ze niet meer te ontkennen.

BREED PUBLIEK DEBAT SNEUVELT

Ontbundelen en directe toegang, afschaffing van de vroegere poortwachters geven veel gemak, maar ze vernietigden ook dingen. We kunnen makkelijk zelf zaken verspreiden, we delen die in een gelijkgestemde groep, en we laten de feeds toe die bevestigen wat we zelf denken. Met onze eigen feeds riskeren we ons ook te isoleren in onze eigen communities, en we dreigen ons leven daarin te organiseren. Het algoritme van de globale technologieplatformen kent mijn profiel en selecteert nu anoniem wat me zal aanspreken, wat ik horen wil en wat bij me past. Personalisering kan goed zijn, zelf-afzondering, fragmentatie en polarizering zijn het niet. Het rustig en breed publiek debat lijkt afgestorven, velen trokken zich terug in hun echokamers, met hùn “likes” en hùn “friends” die altijd beamen wat ze denken en zeggen. Dat leidt tot  scherpe polarisering en afkeuring van wie een andere mening zou hebben, dat zijn de losers.

WELKOM IN MIJN GEFRAGMENTEERD UNIVERSUM

De paradox is dat de wereld  nooit zo geconnecteerd was, en ook nog nooit zo gefragmenteerd. Dat verscheurt samenlevingen. Amerika verkoos een President die niet de steun had van de grote media, maar van propaganda-outlets. De Britten stemden een Brexit die media niet zagen komen, en de Britten zelf ook niet. In beide landen speelden doorzichtige propaganda en manifest onjuiste berichtgeving de hoofdrol. Hoe kon dat gebeuren? Het leverde de Amerikanen een vernederend Witte Huis op, en de Britten een  Brexitkoers zonder plan. Verdeelde landen met twee kampen, geen gezond verstand, geen midden, geen verbindende aggregatoren. Zien we tegen die achtergrond niet langzaam  een niueuwe zoektocht naar de poortwachters, de bundelaars, de ratio, het argument, de fact-check? Voelen we niet weer de behoefte aan de vaardigheid van het meningsverchil, aan de kunst te verbinden en overtuigen met redelijke argumenten, om te blijven argumenteren met iemand met een andere mening?

MEDIACRATIE WERD MEDIOCRITEIT

Digitale technologie bracht ons formidabele voordelen, maar the endless digital forest of mediocrity, zoals Andrew Keen het in 2007 al uitdrukte (The Art of the Amateur, How user-generated media are killing our culture and economy), is er daar geen van.

De “spirit of liberty is that spirit which is not too sure that it is right”, zo formuleerde Judge Learned Hand het in 1952. En dat brengt ons bij de vraag hoe het dan met journalistiek vergaat in deze turbulentie: dat is voor volgende week.

 

Op 1 september gepubliceerd op www.vrt.be/nws/nl 

 

Leo Neels