Hoera! Private Zaken op TV en in de Krant

Destijds werd Dag Allemaal beschouwd als het gespecialiseerd magazine voor private zaken; ernstige journalisten keken er toen op neer en vonden het ranzig. Vandaag worden private zaken zonder veel voorbehoud  op tv en in de krant gesmeten, en gaan alle media er gretig op in. Hoog tijd om er eens over na te denken.

Mevrouw Griet Op de Beeck meldde in de Nederlandse talkshow De Wereld Draait Door dat ze als jong meisje door haar inmiddels overleden vader werd misbruikt. Het leverde haar nationaal nieuws op, een passage bij Radio Eén Vandaag en een zitje bij Van Gils, een sober stukje bij vrtnws en vanzelfsprekend verslagen in alle kranten en andere omroepen.

Het is nodig en goed dat personen zich inzetten om te militeren tegen misbruiken en misdrijven. Dat moeten we ten allen tijde doen.  Maar we moeten beslist kieskeuriger zijn in de keuze van de middelen.

Het punt dat ik wil in het midden brengen is de methode.   Het is goed dat we kwetsbaarheid leren tonen in persoonlijke zaken, maar sommige zaken behoren tot het privédomein, en kunnen beter met minder publieke pathetiek. Het mag eens een keer ophouden om daar zo theatraal mee om te gaan, alsof men op een missie van goede werken is wanneer men zijn intiemste zaken op het scherm gooit met eigen tranen.

Uiteraard wordt er een nobele verantwoording voor aangedragen:  men moet ermee naar buiten komen, naar verluidt, om andere angstige slachtoffers te tonen dat zij er ook over kunnen spreken,  alleen op die manier kan misbruik gestopt worden. Zou het? Te vrezen is dat dit eerder  de illusie is dat we slecht gedrag, sexueel misbruik van kinderen, vluchtmisdrijf, slagen en verwondingen, levensdelicten werkelijk kunnen stoppen door symbolische initiatieven.

             In het NOS-journaal van woensdagavond kwam een Stichting Slachtofferhulp zich beklagen over het kleine aantal slachtoffers dat zich had gemeld om sexueel misbruik in sportmiddens aan te klagen. Er werd fijntjes bijgezegd dat ze er belang bij hadden zich snel te melden, want de sportfederaties waren alvast opgeroepen om zich te beraden over de bedragen van de schadevergoedingen die ze zouden beschikbaar stellen bij publicatie van het eindrapport. Weinig werd ondernomen om de indruk te vermijden dat het kon gaan om een publicitair bericht voor de slachtofferindustrie in een journaal.

We moeten niet neerkijken op slachtoffers van misbruik – het tegendeel is het geval – maar we kunnen beslist zorgvuldiger omgaan met private zaken, en er met waarachtigheid en sereniteit over spreken.

Nog niet zo lang geleden werden elementen uit het privé-leven van een jong meisje, vermoedelijk vermoord door haar eigen moeder, op schaamteloze wijze in een krant gegooid. (Zie: “De dramaqueens van de Sensatieredacties”, 28 juli). De behandelend psychiater van het meisje reageerde daar terecht en met verontwaardiging op, hij zette de vele onjuistheden in het journalistiek verhaal recht. Met het dubieus procedé: de rechtzetting steunde op zijn gedegen kennis van de toestand van het meisje die hij had opgedaan als behandelend psychiater. Hij beriep zich ter rechtvaardiging van de schending van zijn beroepsgeheim op  schuldig verzuim als hij zou zwijgen. Ten onrechte. Dat hij reageerde tegen de formidabele inbreuk van de redacteurs op de privacy van het meisje was verdienstelijk. Maar zelf feiten onthullen die vallen onder beroepsgeheim was, opnieuw, een verkeerd procedé. Dat beroepsgeheim beschermt het meisje ook postuum, het blijft gaan om haar private zaken. Het leverde een open brief op in een krant, met een begeleidend kommentaar waaruit, naast de publicatie van de brief toch ook redactioneel ongemak bleek. Maar wel veel media-aandacht.

Dat roept de vraag op of zulke noodkreten dan nodig zijn om journalistieke aandacht te krijgen voor misdrijven en de nasleep voor de slachtoffers. Als het zo zou zijn dat we daar die theatrale dramatiek voor vandoen hebben, met inbreuk op iemands privacy, dan is er iets mis met journalistieke keuzen. Dat de meeste redacties ook met  nuance en vragen kwamen naar aanleiding van die onthullingen, doet denken dat de theatraliteit wel hun aandacht trekt maar dat ze daar zelf ook ongemakkelijk bij zijn en vragen bij stellen. Hopelijk is dat de aanzet tot een doortastende redactionele reflectie.

Recent nog was er een ander voorbeeld, in verband met een gerechtelijk onderzoek. Dat is  wettelijk geheim. De uitzending van een opgenomen verhoor in het kader van een lopend gerechtelijk onderzoek waarin door sommige gerechtelijke autoriteiten was toegestemd, werd voorlopig rechterlijk verboden. Het is verdienstelijk om inzage te willen geven in de moeilijkheidsgraad, sereniteit en subtiliteit waarmee zulke verhoren verlopen. Maar niet tijdens het onderzoek, waar wetgeving geheimhouding eist en gelijk respect voor alle procespartijen.

Gaat het bij deze zaken om een catalogus van goede bedoelingen, of, zoals in het geval van Op de Beeck ook werd aangevoerd, goede marketing (https://parterregl.blogspot.be/2017/09/misbruikt-misbruik.html )?  De tendens  dat alles maar in de openbaarheid moet, vooral de privacy toch van anderen, is dubieus.  Of de eigen privacy in ruil voor, ja… in ruil waarvoor?

Op 29 september gepubliceerd op www.vrt.be/vrtnws

Leo Neels