Belgische Politieke Cultuur. Dat zou een heel goed idee zijn.

Op de vraag wat hij dacht van de Westerse beschaving, zou Mahatma Gandhi geantwoord hebben : « Dat zou een heel goed idee zijn ». Is dat niet ook een beetje het geval met de Belgische politieke cultuur? Onze parlementsleden zijn verkozen in een harmoniemodel, maar hebben partituren meegebracht van een conflictmodel, en werkmethoden van een voorbije eeuw.

Politiek moet keuzen maken, oplossingen voorstellen, en die tot een goed einde brengen. Kortom, bestuderen, beslissen, uitvoeren. Handelen. Daadkracht tonen, draagvlak tot stand brengen tegen entropie en tegen lethargie, tegen nostalgie. Verantwoordelijkheid nemen, verantwoording afleggen. Toekomstperspectief creëren voor de héle samenleving.

Vandaag is de politiek evenwel afgestemd op het grootste aantal kiezers. Een politiek mandaat dient nu om de herverkiezing van morgen voor te bereiden. Met andere woorden, een marketingmodel beheerst het politiek handelen. Niet verwonderlijk dat de democratie dan ontspoort.

Een meerderheid van de burgers heeft dat al begrepen en zet zich met de rug naar politiek:  nog slechts een kleine 30% spreekt zijn vertrouwen uit in onze instellingen. Erger, ze lopen achter rattenvangers van Hamelen aan, die te linker en te rechterzijde simpele oplossingen prediken, met stevige oneliners. En de vroegere grote partijen? Die laten hun bagage vallen en doen net hetzelfde.

Democratie gaat ten onder indien men de ongeschreven vuistregels niet respecteert. De eerste is dat politieke opponenten elkaar moeten aanvaarden als legitieme rivalen, met respect en tolerantie. “De anderen” kunnen in een democratie niet als vijanden worden bejegend, en geen enkele partij kan beweren de waarheid in pacht te hebben: er zijn enkel nog minderheidspartijen, enige bescheidenheid zou eenieder passen, en een gesprek ten goede komen.

De uitwisseling van emoties heeft vandaag voorrang op deze ongeschreven vuistregel, die een ethisch beginsel vooropstelt voor behoorlijk politiek handelen. De marketeers in stemmen, de spinners en draaiers in het leger woordvoerders dat we op gemeenschapsgeld onderhouden trekken het zich niet aan. Ze zijn zeker aan de volgende overwinning van hun partij bij te dragen met de onzin die ze uitkramen.

Een tweede vuistregel is dat politici met terughoudendheid dienen te handelen, met een zekere reserve bij de uitoefening van hun institutionele prerogatieven. In essentie zijn ze dienaars van het gehele volk, dat niet samenvalt met hun partijleden of kiezers. Ze wijden hun carrière aan de publieke zaak, de welvaartscreatie en de goede besteding ervan voor de volgende generaties. Dat kan enkel slagen als ze de limieten van hun handelen goed kennen, en ze zich niet willen blijven profileren als wonderdokters met oplossingen voor alles, of als de enigen die het begrepen hebben. Wat hebben ze begrepen? De politieke zeden van de vorige eeuw, of de dringende behoefte aan goed bestuur, met efficiëntie en ethiek – ook als het complex is?

De faraonische partijfinanciering heeft de partijen losgezongen van de ethiek. Werden ze niet te veel verzelfstandigde conglomeraten van politieke invloed, benoemingen en distorsie van de doelstellingen van de democratie en de funderingen van de welvaartsstaat?

Het is uitkijken naar de oplossingen die het volgend regeerakkoord op dié vragen biedt. Dat zijn de essentiële vragen voor de toekomst. Het is belangrijker hoé ze worden beantwoord dan wié ze beantwoordt. Belgische politieke cultuur, dat zou een heel goed idee zijn, niet?

Vandaag ook in De Standaard: Spinners, Marketeers, en Wonderdokters 

 

 

Leo Neels