De aarde is plat

Tekorten in de zogenaamde scheiding der machten zijn wezenlijk geagendeerd door een brief van een magistraat aan de kamervoorzitter, alsof de rechterlijke macht ook in individuele zaken zou rapporteren aan de wetgevende. Merkwaardig. Zoals opgemerkt door prof. Vuye (UHasselt) in Juristenkrant, een schrijven dat verwondering wekt; als entree naar een debat over de onafhankelijke wijze waarop de drie staatsmachten zich ten opzichte van elkaar dienen te gedragen zal dat initiatief zelf allicht wel eens grondiger tegen het licht worden gehouden.

Die brief volgde op het schriftelijk verslag dat de toenmalige eerste minister deed van telefonische en mail-contacten tussen enkele medewerkers van beleidscellen met leden van het openbaar ministerie, en met de echtgenoot van een magistrate. Dat verslag deed toen veel stof opwaaien, en heeft de perceptie kunnen doen ingang vinden dat het resultaat van een rechterlijke beslissing gedefinieerd werd door die communicaties. Die perceptie kon smeuig worden aangedikt met het beeld van een koppel, mevrouw als magistrate, meneer als regeringscommissaris die op de achtergrond zo links en rechts rondbelt – zij het met informatie (zoals het perscommuniqué van Minister Van Deurzen aangaf) die eigenlijk al gekend was.

Minister van Justitie Van Deurzen meldde in zijn ontslagbrief dat hij er al mee heeft leren leven dat “perceptie belangrijker is dan de werkelijkheid”. Explicieter of forser kan mediakritiek niet zijn.

In zijn boek Flat Earth News (2008) beschrijft oud-Guardian-journalist Nick Davies dat we nog altijd zouden hebben geloofd dat de aarde plat is, indien niet ooit sommigen beter zouden zijn gaan kijken, om tot het bewijs te komen dat de aarde rond is. Hij fulmineert tegen de media omdat ze al te vaak genoegen nemen met de perceptie en een ontstellend gebrek aan kennis hebben van de zaken waarover ze schrijven.

In het Fortisgate-verhaal bulkt het kennelijk van die percepties. Het is merkwaardig hoe vrijwel alle media op een complottheorie sprongen, alsof er door politieke kringen zou gepoogd zijn om de uitslag van de beroepsprocedure te beïnvloeden. Daarbij bleven andere aspecten onderbelicht.

Mij is opgevallen dat bijna systematisch toespelingen werden gemaakt op het beweerdelijk oneigenlijk karakter van de “ziekte” (inderdaad, vaak tussen aanhalingstekens) van de vrouwelijke raadsheer. De suggestie dat zij zich (variante!) “diplomatisch” ziek had verklaard om niet te moeten tekenen is toch verifieerbaar, maar niemand ging dit na. Toch is het simpel: er was een medisch attest van arbeidsongeschiktheid, of er was er geen. Mocht er een zijn geweest, dan staat helemaal niet vast dat mevrouw geweigerd heeft een ontwerp van arrest waarover was beraadslaagd te ondertekenen? Waarom had zij moeten presteren als ze rechtmatig arbeidsongeschikt zou zijn geweest?

Ook had een pienter redacteur/-trice kunnen nagaan welke de regels zijn over beraadslaging en ondertekening. Minstens staat vast dat na correcte beraadslaging een zgn. “weigering tot ondertekening” door een van de drie magistraten van een zetel geen enkele juridische relevantie heeft: het gerechtelijk wetboek heeft daar eenvoudige oplossingen voor. In elk geval oplossingen die démarches waarover men thans in de media heeft kunnen lezen – een verplaatsing naar de woning van de magistrate en een zekere mate van verwensingen – totaal overbodig maakten. Waarom hebben de media dit onderdeel niet nader onderzocht?

Werkelijkheden en percepties. De herhaling van percepties kan tot de indruk van hun juistheid leiden; enkele simpele vragen rechtvaardigen toch enige twijfel over wat er nu echt gaande is geweest, en ook over de inhoud van de fameuze brief van de cassatievoorzitter.

Allicht ware het verstandiger geweest dat enkele telefoontjes niét waren gepleegd; het is echter zeer onwaarschijnlijk dat zij het belang hebben gehad dat er nu aan werd toegeschreven. Sommige zijn volledig terecht gepleegd – zoals een minister van justitie die het parket-generaal inlicht – maar men heeft voor die rechtmatigheid in onze samenleving geen begrip meer. Wegens perceptie.

Kan men daar toch eens bij stilstaan? Heel onze informatiesamenleving zou onwetendheid moeten tegengaan. Maar, zoals Davies voorhoudt: als niet iemand eens wat beter was gaan kijken of de aarde wel écht plat is, zouden we het nu nog altijd bij het verkeerde eind hebben. Die démarche is kwalitatief, ze ligt op de weg van redacties, het is hun job om nooit genoegen te nemen met de perceptie.

Auteur: Leo Neels
Deze opinie verscheen eerder in Knack.

matuvu