Jet-journalistiek

Er was de jongste weken veel te doen over wie verantwoordelijk is voor het achterhouden van een memo van vliegtuigbouwer Lockheed Martin. Daarin wordt betoogd dat de levensduur van de Belgische F-16’s kan worden verlengd van 8.000 tot 12.000 vlieguren.  Dat memo kwam plots naar boven via een oppositiepartij die ermee triomfeerde en leidde tot grote morele verontwaardiging. De juiste feitelijke toedracht is van latere zorg, daarnaar wordt ondertussen tegen medio april gezocht.

Hoe kan een memo waarvan de inhoud al in 2016 in de pers stond, achtergehouden zijn? Op 11 juni 2016 schreef Rik Van Cauwelaert in zijn onvolprezen wekelijks stuk Het Paleis der Natie in De Tijd het volgende: “Officieel hebben de F-16’s een levensduur van 8.000 vlieguren. Maar Amerikaanse tests wezen uit dat die toestellen er probleemloos 12.000 aankunnen. Dat geeft de Belgische regering, die haar miljarden elders nodig heeft, een bijkomende reflectieperiode van ruim vijf jaar.”

Op 13 april 2017 werd naar het memo verwezen in de Nieuwsbrief DefenseNews: https://www.defensenews.com/air/2017/04/13/lockheed-says-it-can-double-f-16-s-service-life-but-will-have-to-compete-for-opportunity/#.WrzqvJ5AYdw.email. De titel van dat artikel luidt dat volgens Lockheed de levensduur van de F-16’s mogelijk zelfs verdubbeld kan worden. Er hoort veel voorbehoud bij zulke prognoses, die niet rusten op tests die zouden uitgevoerd zijn op de Belgische vloot, en men maakt o.m. onderscheid tussen de ‘carrosserie’ en heel specifieke technologische uitrusting. “Service Life Extension Programs (SLEP)” zijn denkbaar en wellicht voor sommige landen uitgevoerd, maar er blijkt niet uit dat een studie werd gedaan met Belgische F-16’s.

Wat gebeurt is dus merkwaardig. Stellingnames die al lang publiek gekend zijn – zeker voor kenners van de zaak – worden plots als nieuw en achtergehouden aangemerkt. De morele verontwaardiging belet kennelijk een daadwerkelijke kritische bevraging.

Journalisten die graag uitpakken met hun rol als kritische waakhond van de democratie, gaan niet op zoek naar de werkelijke toedracht, ze zoeken slechts schuldigen. Die zijn snel gevonden in militaire kringen. Dan zijn zowel politiek als journalistiek alle remmen weg. Sommige politici schilderen de Belgische legertop af als een “staat in de staat”, en terwijl militairen een stap opzij zetten, titelen sommigen al dat ze “aan de kant zijn gezet” (HLN, 22 maart). Het ontslag van de Minister wordt ook links en rechts al gevorderd.

Rik Van Cauwelaert herinnert er in De Afspraak (VRT, 23 maart) rustig aan dat hij al eerder schreef over de zgn. spectaculaire ontdekking van de oppositie, maar niets helpt nog. Iedereen moet zich blijven verdedigen op het achterhouden van publiek gekende gegevens.

De Morgen richt op zijn voorpagina alvast een standbeeld op voor een jonge medewerkster van de studiedienst van de socialistische partij, met een omstandig interview op de binnenbladzijden (DM, 22 maart 2018). Zij is de militaire experte die de studie te pakken heeft gekregen en dus de heldin van de dag. Coté jardin moeten koppen rollen, côté cour worden de nieuwe helden alvast gehuldigd.

Een rustige beschouwing van het verloop van deze tiendaagse rel inspireert een zekere verbijstering. Wat, wie, waar, wanneer en waarom: het blijven de basisvragen naar de feitelijke grondslag van een informatie, van wie ze ook komt. Het is het ABC van de journalistiek. Is er behoefte aan een opleiding journalistieke wijsheid… voor  redacties?

 

Ook op www.vrt.be/vrtnws

Leo Neels