Primadonnajournalistiek

De trappers verliezen, het kan eenieder overkomen, ook een ervaren redacteur van een gereputeerd weekblad. Zo beweest Stijn Tormans van Knack, met de publicatie van zijn “interview” met Bart De Wever: enkel de vragen, en lege vakken in plaats van antwoorden (Knack 26 sept.). Vermits het de kandidaat-burgemeester niet behaagde te antwoorden, werd hij in zijn hemd gezet, zowel op de voorpagina als op de binnenbladzijden.

Journalistieke zelfbevrediging. De interne keuken van een publicatie is voor de lezer immers niet interessant. Lezers verwachten dat de redactie in staat is om de interessantste politici van het ogenblik te strikken voor een interview. Als dat niet onmiddellijk slaagt, probeer dan harder of beter, doe een beroep op je hoofdredacteur of vrienden en kennissen, haal alle middelen uit de kast om het interview te bekomen, zo zou elke redelijke en professionele redactie het aanpakken.

Je gaat toch niet als een lulletje rozenwater je gram zoeken, en lezers lastig vallen met een meewarig verhaal dat je de voorzitter niet kon overtuigen met je interviewverzoek? Sjonge, sjonge, lezers laten betalen voor leegte, toch eerder een voorbeeld van egocentrisme. Klaarblijkelijk functioneerden de interne checks and balances binnen de redactie, op het ogenblik dat hierover werd beraadslaagd, niet. Zou daarover dan een hartig woordje worden nagepraat?

De journalist was in elk geval nog altijd goed gelanceerd toen hij in De Ochtend ruimte kreeg om zijn beklag te doen, en zijn recht om vooringenomen te zijn claimde. Zijn recht dus, aldus Van Dale, om van tevoren een bepaalde gezindheid voor of tegen iemand of iets te hebben, om partijdig te zijn. Goede morgen!

Daarmee suggereerde de betrokken journalist toch vooral zijn onvertrouwdheid met de beginselen van journalistieke deontologie. Volgens de Code van de Raad voor de Journalistiek informeert de pers over zaken van maatschappelijk belang: Tormans’tekortkoming om een beoogd persoon geïnterviewd te krijgen, beantwoordt niet aan dat criterium. Journalisten zijn verplicht, aldus de Code, om onafhankelijk informatie te verstrekken. Betekent dat niet ook: onafhankelijk van eigen meningen , vooroordelen of… vooringenomenheid? Journalisten moeten fair optreden: iemand in zijn hemd zetten die niet onverwijld een verzoek om een interview inwilligt, beantwoordt dat aan het fair play-principe? Bij nader toezien blijkt toch vooral de keizer zelf – in dit geval journalist Tormans – zonder kleren.

Als dit alles ook een reclamestuntje was, zoals de eerdere allochtonentruc van DM, dan schoot Knack zich toch wel fors in de eigen voeten. Na De Wever’s tegenaanval, hulde Knack zich in ongewoon stilzwijgen, op een forse vingerwijzing van de hoofdredacteur naar zijn journalist na.

De gesolliciteerde interviewkandidaat beantwoordde de vragen, eens ze gepubliceerd waren, op zijn website. De website van DS nam ze, in een vlaag van collegialiteit, direct over, de website van Knack miste ook die kans: zullen de antwoorden alsnog in de volgende editie worden opgenomen, ook met dezelfde coveraandacht?

Leo NEELS
Media- en Communicatierecht Uleuven en UAntwerpen
29sept2012

matuvu