Bedreigde mediavrijheid

Mediavrijheid is een hoog goed, zo hoor je vaak, maar we realiseren ons niet dat 87% van de wereldbevolking leeft in landen waar mediavrijheid niet bestaat of  erg onder druk staat. 13% van de wereldbevolking kent mediavrijheid, en dat is weer 1% minder dan vorig jaar. En daarbij komt nu, in democratische landen, zoals de USA, nog een trend bij. Daar beginnen sommige  politieke leiders het goed te vinden om systematisch op media af te geven en journalisten verdacht te maken. Het hoge goed, mediavrijheid, stelt het helemaal niet meer goed.

Er zijn meer landen waarin mediavrijheid  achteruit gaat, dan landen waarin verbeteringen gerapporteerd worden. Dat is een zeer verontrustende trend (https://freedomhouse.org/report/freedom-press/freedom-press-2017), want vrije media zijn de kanarievogels van een democratische rechtsstaat.

De USA is hét land van de vrij radicale “free speech”-clausule, maar de 45e President van de USA haalt voortdurend media onderuit als onbetrouwbaar en vijanden van het volk. Turkije is de kampioen van aangehouden journalisten, hoewel het een verdragsstaat is bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. In Hongarije, Polen en Servië –  lidstaten van de Europese Unie – worden media belaagd en onder druk gezet door autoriteiten die uitsluitend welgevallige berichtgeving nastreven.

De Russische propagandamachines draaien op volle toeren: daar bestaat geen mediavrijheid en in de voormalige lidstaten van de Sovjet-Unie, die nu lid zijn van de EU, beïnvloedt Rusland direct de anti-Westerse opinievorming. De Ruslandconnectie speelde zelfs een onfrisse rol in de Amerikaanse presidentsverkiezingen.

China sluit zijn bevolking af van internationale berichtgeving, gedoogt geen vrije pers en combineert zijn propagandamachine met economische dumping.  In onze naïeviteit blijven we Chinese investeringen verwelkomen omdat we het gevaar van de dodelijke combinatie van een autoritaire staat en economische dumping niet willen zien.

De internationale scène levert maar een zwak beeld op inzake mediavrijheid. Het Midden-Oosten, Noord-Afrika, het Verre Oosten met Myanmar of Cambodia, Euraziatische landen zoals Azerbeidzjan, Armenië of Oekraïne, het Afrikaans continent of Latijns Amerika leveren geen fraaiere plaatjes op.

EN HET VRIJE WESTEN?

Het vaak  geroemde “vrije Westen” heeft het  moeilijk om zijn traditionele leidersrol inzake mediavrijheid waar te maken. De USA zijn hun geloofwaardigheid op dit punt zo goed als kwijt, en de EU heeft  weinig vat op lidstaten die afglijden naar autoritair bewind. En België, of andere Europese landen met een redelijke of zeer hoge mediavrijheid, leggen geen internationaal gewicht in de schaal.

Op de duur wordt dat een “self-fulfilling prophecy”. Er is een rechtstreeks verband tussen redelijke vormen van democratie en respect voor de rechtsstaat, en de aanwezigheid van vrije media die kritisch kunnen berichten. Goede vrije media zijn de kanarie in de koolmijn van de rechtsstaat. Met minder leidende landen die die boodschap uitstralen, vermindert de weerstand voor autoritaire leiders en voor extreme partijen die goede kritische media willen slopen.

VUILGEBEKTE DEBATTEN

We zien dat ook in de binnenlandse debatten, met de sterke toename van extreme partijen die ageren tegen mediavrijheid, zelfs in landen zoals Duitsland, Nederland, Oostenrijk of Frankrijk. Vuilgebekte propaganda neemt er te vaak de plaats in van argumentatie over meningsverschillen.

Dergelijke ontwikkelingen bevestigen de fenomenale verantwoordelijkheid van politici en media. Zij zijn de meest prominente actoren in de publieke ruimte en dragen de grootste verantwoordelijkheid voor een sereen publiek debat. Sereniteit vergt niet dat meningsverschillen worden genegeerd, integendeel zelfs: ze vergt dat meningsverschillen scherp worden gesteld, maar… op basis van soliede argumenten,  zonder de persoon met wie men van mening verschilt te denigreren, en met een open blik voor tegenargumentatie.

Dat was een verworven vaardigheid, dachten we. Tot de publieke debatten uit de klauwen begonnen te lopen en we de verkondiger van een andere opinie gingen zien als de verkoper van nonsens, een leugenachtig individu. Afgeserveerd met een direct moreel oordeel, geen argument. Dat is dodelijk voor elk publiek debat, en ook voor de rechtsstaat en democratie.  Die blijven maar in redelijke staat met hoogstaand debat en met vrije en héle professionele journalistiek. Daar kan er dus nooit genoeg van zijn.

Ook gepubliceerd op www.vrt.be/vrtnws op 18 januari 2018

 

 

 

 

FREEDOM OF THE PRESS 2017, Freedom House

Leo Neels