Het journalistiek schietkraam

Gerechtsjournalistiek heeft alles te winnen bij een zekere moderatie in de toon en voorstelling. Ze behandelt vaak toch delicate zaken, met een grote inzet voor procespartijen, die in de openbare behandeling van hun rechtszaak al heel veel moeten inzetten en opgeven.

Het zou een motief moeten zijn voor een serene behandeling en analyse, met een poging om beter inzicht te doen ontstaan in de moeilijkheidsgraad van een rechterlijke behandeling en beoordeling, en elementen aan te reiken die het publiek wapenen om dergelijke zaken beter te begrijpen.

De indruk bestaat dat hier ruimte is voor verbetering. Zo passen enkele vraagtekens bij de theatrale wijze waarop in Vlaamse media de strafzaak tegen dr Bo Coolsaet en de rechterlijke uitspraak in eerste aanleg wordt behandeld.

De BV-uroloog werd zopas veroordeeld tot een forse gevangenisstraf wegens verkrachting van een patiënte bij gelegenheid van een medische behandeling, zo’n 15 jaar geleden.

De wereld is gevoeliger geworden dan voorheen voor slachtoffers van sexueel ongepast gedrag, en sexueel geweld, voornamelijk na de zgn. “Me too”-beweging. Een goede zaak.  De slinger kan ook doorslaan, en dat effect zindert misschien wel na in de journalistieke gretigheid waarmee men een dergelijke zaak behandelt. Kan men daar ook eens bij stilstaan?

De zaak heeft toch enige complexiteit. Het Openbaar Ministerie had geen veroordeling gevorderd wegens onvoldoende bewijs, toch verklaarde  de Correctionele rechtbank dr. Coolsaet schuldig – wat haar autonomie is – en  sprak ze een scherp verwoorde en keiharde veroordeling uit.

Dàt is een interessante kwestie, waarover we – een enkele uitzondering daargelaten – dan weer heel weinig horen of lezen. Het Openbaar Ministerie en de zittende magistraten keken totaal anders naar dezelfde zaak, en beoordelden de zaak verschillend. Dat is legitiem, ook dat is rechtspraak: afweging, tegenspraak, intieme overtuiging op grond van het bewijs dat er is. Er zijn dus veel aspecten aan de zaak die rustige verheldering en serene toelichting vergen. Die zijn belangrijker dan de emotie of de sensatie van een veroordeelde BV. Zijn we die belangrijke gerechtsjournalistieke vaardigheden helemaal aan het verliezen?

Rechtspraak is een publieke aangelegenheid van zeer groot maatschappelijk belang, omdat fe functionering van de rechterlijke macht in een rechtsstaat essentieel is. Journalistieke aandacht daarvoor is dus niet alleen geoorloofd maar gewettigd en noodzakelijk.

De kern ervan is dat goede gerechtsjournalistiek zijn kritisch oog houdt op rechtspraak en hoe hoven en rechtbanken het ervan af brengen in rechtszaken die de aandacht trekken. De journalistieke kadering en toelichting moet het publiek in staat stellen om beter te kunnen volgen wat er aan de hand is, en haar kritisch oog vooral doen rusten op de wijze waarop recht wordt gedaan aan de rechten van de diverse betrokken partijen. Het is niet de bedoeling om een nevenproces te voeren in de media, noch om antipathie tegen of sympathie op te wekken voor een procespartij of haar raadsman.

“Media can make and unmake reputations”.  Ze kunnen onbeschroomd personen ophemelen en over het paard tillen,  ze kunnen ze ook laten vallen als een baksteen en natrappen. Zeker in gerechtsjournalistiek moeten de media niet het alternatieve forum van de gerechtelijke beoordeling willen zijn, noch de rechterlijke behandeling willen imiteren, noch daar een schep bovenop willen doen.

Steeds loopt na een rechterlijke uitspraak een termijn van een maand waarbinnen hoger beroep kan worden aangetekend tegen een veroordeling. Zo lang de veroordeling niet definitief is geworden, blijft de betrokkene genieten van het vermoeden van onschuld. Hij beschikt over al zijn rechten van verdediging als beschuldigde om zich voor het Hof van Beroep te verdedigen als onschuldig man. Hij moet dan ook zo worden behandeld.

Dat vergt sereniteit zodat de dames en heren Raadsheren in het Hof van Beroep professioneel en weloverwogen kunnen oordelen. Dat is hùn vak, niet dat van redacties.

Leo Neels